Werkgevers kunnen weer gebruikmaken van de werktijdverkorting (WTV). De WTV vervangt de NOW-subsidie, die aan het begin van de coronacrisis in het leven was geroepen omdat de WTV niet geschikt bleek.
De regeling is bedoeld voor werkgevers die door bijzondere omstandigheden tijdelijk minder werk hebben voor hun werknemers. Onder bijzondere omstandigheden vallen situaties die niet behoren tot de normale ondernemersrisico’s, zoals een brand of overstroming. De WTV is niet aan te vragen voor coronagerelateerde situaties.
Voorwaarden voor de WTV
De herintroductie betekent dat werkgevers aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen die voor de coronacrisis golden:
- De organisatie is getroffen door een bijzondere situatie die niet onder het normale ondernemersrisico valt;
- Het gaat om een urenvermindering binnen de hele organisatie van minstens 20% per week voor een periode van minimaal twee tot maximaal 24 weken;
- De vergunning voor WTV geldt maximaal zes weken en wordt maximaal driemaal verlengd. Er zijn dus meerdere aanvragen nodig om de WTV voor de maximale duur toe te passen.
Werknemers ontvangen voor het aantal verminderde uren een WW-uitkering van de overheid. Demissionair minister Koolmees van SZW gebruikt de herintroductie om een aantal punten van het beleid te verduidelijken, met als doel het aantal afwijzingen van aanvragen te beperken. Zo worden zzp’ers en de algemene leiding van een organisatie niet gezien als werknemer, waardoor zij niet in aanmerking komen voor de regeling. Ook negatieve gevolgen van gewijzigd overheidsbeleid, zoals bij corona, zijn geen reden voor toekenning van de WTV.
eHerkenning vereist voor aanvraag
Werkgevers die gebruik willen maken van de WTV, kunnen een vergunning aanvragen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor de aanvraag is eHerkenning vereist. Na verstrekking van de vergunning geeft de werkgever dit door aan het UWV. Binnen één week na afloop van de vergunning is het mogelijk een WW-uitkering aan te vragen voor werknemers op wie de WTV van toepassing is.
Bron: rendementonline, shutterstock