Inlener moet uitlener goed controleren

Wie personeel inleent van een andere werkgever, moet niet te goed van vertrouwen zijn. Het is beter om te controleren of de uitlener kan voldoen aan zijn fiscale verplichtingen. Doet hij dat namelijk niet, dan riskeert de inlener dat de fiscus hem aansprakelijk stelt voor de onbetaalde btw en loonheffing van de uitlener.

Een bv met een productie- en handelsbedrijf had in de periode van 1 mei 2015 tot en met 30 juli 2017 werknemers ingehuurd van een ander bedrijf. Deze werknemers waren eerder in dienst geweest bij een rechtsvoorganger van de bv. De bv had zelf geen werknemers. Zij was tevens de enige afnemer van het andere bedrijf dat de personeelsleden uitleende. De uitlener liet na om de verschuldigde loonheffingen en omzetbelasting volledig te voldoen. Uiteindelijk stelde de ontvanger van de belastingen de bv aansprakelijk voor deze onbetaalde schulden. De bv bestrijdt deze aansprakelijkstelling. Zij stelt dat zij geen inlener is voor de inlenersaansprakelijkheid. Bovendien valt haar niet te verwijten dat het andere bedrijf zijn belastingschulden niet betaalt, aldus de bv.

Inlenerschap

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de bv wel degelijk een inlener was. Het andere bedrijf heeft zijn werknemers ter beschikking gesteld aan de bv. De bv heeft deze werknemers vervolgens productiewerkzaamheden laten verrichten in haar fabriekshal. De werkzaamheden zijn bovendien verricht onder leiding en toezicht van de indirecte dga’s van de bv. De bestuurder van het uitleenbedrijf miste de kennis om zelf toezicht te houden. Daarnaast zijn de termen ‘inlener’ en aannemer te vinden in het inlenerscontract tussen de bv en het uitleenbedrijf.

Geen disculpatie
De volgende vraag is of de bv iets valt te verwijten of dat zij zich kan disculperen. De rechtbank constateert dat de bv zich bewust was van de aansprakelijkheidsrisico’s. Zij had namelijk in het inlenerscontract bedongen dat de uitlener diverse vrijwaringsbewijzen moest afgeven. Toch heeft de bv geen actie ondernomen om te controleren of haar aansprakelijkheid was beperkt. Een van haar dga’s verklaart niet te hebben gevraagd of de uitlener een geblokkeerde rekening had. De bv heeft evenmin gevraagd naar een verklaring betalingsgedrag. Zelfs niet toen de dga van de uitlener klaagde over een hoog ziekteverzuim. Ten slotte maakt de bv niet aannemelijk dat de uitlener zijn belasting niet kan betalen door niet-voorzienbare tegenvallende bedrijfseconomische gebeurtenissen. De rechtbank verklaart daarom het beroep van de bv ongegrond.

Wet: art. 34 en 35 Iw 1990

Bron: Rechtbank Gelderland 22 maart 2021 (gepubliceerd 6 april 2021), ECLI:NL:RBGEL:2021:1348, AWB 19/730, Taxence, shutterstock

Recommended for you

In de kijker

In de kijker