Elk jaar moet een werkgever uiterlijk 31 januari de laatste loonaangifte over het vorige kalenderjaar indienen. het is zaak dat hij dit juist en volledig doet, omdat hieruit valt af te leiden of hij recht heeft op tegemoetkomingen.
De gegevens uit de aangifte loonheffingen over 2020 gebruikt de Belastingdienst onder meer voor het toekennen van toeslagen en de vooraf ingevulde aangifte inkomstenbelasting voor werknemers. Maar ook berekent UWV hiermee de eventuele tegemoetkomingen waar een werkgever recht op heeft voor bepaalde werknemers met een laag loon.Recht op (jeugd-)LIV en/of LKV
Een werkgever kan voor werknemers recht hebben op het lage-inkomensvoordeel (LIV) en voor jongere werknemers op het jeugd-LIV. Deze tegemoetkomingen hoeven werkgevers niet aan te vragen; UWV bepaalt aan de hand van de polisadministratie of er over 2020 (jeugd-)LIV wordt toegekend.
Ook kan een werkgever voor bepaalde werknemers recht hebben op een loonkostenvoordeel (LKV). Deze moet hij voor de betreffende werknemer aanvragen in de loonaangiftes over 2020. Hiervoor moet de werknemer wel aan de voorwaarden voldoen.
Voorlopige berekening is te corrigeren
De voordleen uit de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) worden toegewezen op basis van gegevens uit de loonaangifte. Met deze gegevens wordt de polisadministratie van UWV gevuld. Daarom moet een werkgever alert zijn op de voorlopige berekening (tool) die UWV vóór 15 maart 2021 stuurt naar werkgevers die op grond van de polisadministratie recht hebben op LKV of (jeugd-)LIV over 2020. Als er iets niet klopt aan die berekening of de werkgever krijgt ten onrechte geen tegemoetkoming, dan kan hij dit nog tot en met 1 mei 2021 via correcties over 2020 repareren. Hij doet er dus verstandig aan om, behalve de verloonde uren van werknemers gelijk correct in de loonaangifte vóór 31 januari 2021 te verwerken, ook met de belangrijke momenten voor de WTL rekening te houden.
Bron: RedementOnline