Ondernemer veroordeeld
De rechtbank veroordeelde de ondernemer tot acht maanden gevangenis. In hoger beroep stelt de ondernemer dat niet is vastgesteld dat zijn, op zichzelf verwijtbare, handelingen er allemaal toe hebben gestrekt dat er te weinig belasting is geheven. En dat is wel een wettelijk vereiste.Het gerechtshof maakt daar korte metten mee. Het is niet van belang of het schenden van de administratieplicht daadwerkelijk heeft geleid tot het betalen van te weinig (omzet)belasting. Door te handelen zoals bewezen is verklaard, heeft de ondernemer zijn bedrijfsadministratie niet zodanig ingericht en voor controle door de fiscus toegankelijk gemaakt dat die binnen redelijke termijn conclusies kon trekken omtrent de aard en omvang van zijn fiscale verplichtingen. De controlemogelijkheid van de fiscus is daarmee ernstig bemoeilijkt. Het is op grond van algemene ervaringsregels waarschijnlijk dat een dergelijke handelwijze in zijn algemeenheid ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven.
Het gerechtshof veroordeelt de ondernemer tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast krijgt hij een taakstraf voor de duur van 216 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 108 dagen hechtenis.